Opmerking: Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Scuba Diving Magazine en is te vinden in de gedrukte uitgave van mei 2025.
Ik bevindt me 12 meter onder het wateroppervlak als mijn hartslag in mijn keel begint te kloppen. Hoewel het water fluweelzwart is en zich als een lycra shirt aan me vastkleeft, is het niet de duisternis die een metaalachtige smaak op mijn tong achterlaat. Het is ook niet dat ik achteraan in onze kleine groep zit, en een rifhaai in en uit mijn blikveld glijdt als een luipaard in de schaduw.
In plaats daarvan heeft mijn onvermogen om tot rust te komen en scherp te stellen alles te maken met de lichtkegel voor me en het talloze leven dat die onthult. Vanavond heb ik mijn flitsers ingeruild voor één enkele Kraken-videolamp. De witte lichtstraal doorbreekt het donker en verlicht zeenaaktslakken die eruit zien als slabladeren, een roze juveniele sint-jakobsschelp die verwoed met zijn beweeglijke tentakels zwaait, crinoïd-garnalen op veersterren en kleine larvale vissen die in en uit mijn lichtstraal schieten om zich te voeden met plankton.
Palau heeft me verbijsterd. Ik verwachtte gezonde riffen en veel haaien, maar geen rifwanden die tot leven komen zoals de bossen uit Avatar. Rotsen die met anemonen en anemoonvissen tot bloei komen. Eindeloos veel paarse anthia-zeebaarsjes en kardinaalsmannetjes verdoezelen de kleinere koralen en zeewaaiers met de kleur van de schil van bloedsinaasappels weven complexe netten tussen dit alles door.
Aan het einde van elke duik pak ik de planner die ik heb gemaakt voor schrijfopdrachten en in het gedeelte “Emotionele staat” noteer ik variaties van het woord gelukkig: “tevreden, kalm, opgewonden, kan niet stoppen met glimlachen!”.
Nachtduiken hebben een ander woord nodig.
“Explosief,” schrijf ik na mijn duik bij Turtle Cove. Tijdens deze duik verlaat ik het water en zet ik mijn duikmasker af. Terwijl ik dat doe, ploffen kleine iriserende octopussen op het dek als kralen van een gebroken ketting.
“Snoep!” roept mijn gids Ike liefkozend. Hij knielt en begint ze terug in het water te gooien. Eén, twee, drie… Na de achtste stop ik met tellen.
Mijn vriend vertelde me dat het leek alsof ik in een levende wolk dook. En ja hoor, mijn lycra shirt en camera krioelen nog steeds van het plankton – krill, roeipootkreeftjes, kleine torretjes en wie weet wat nog meer.

Een ander soort kerst
Een maand voor de reis naar Palau sms’t mijn moeder.
“Ik kan niet wachten om je te zien, oude Canz,” zegt ze. “Dan kunnen we samen aan onze verhalen werken.”
Dat berichtje trof me in pijnlijk in het hart. Hoewel we niet bijzonder gelovig zijn, heeft onze familie altijd samen kerst gevierd. Het maakt niet uit waar we zijn, mijn zussen en ik vliegen naar huis. Soms is het een vakantiehuisje aan de ruige kust van Oregon, soms een huis bij de wijngaarden buiten Portland. Het is onze traditie geworden.
Overmand door schuldgevoelens vertel ik haar dat Stephen en ik dit jaar niet meedoen. In plaats daarvan vliegen we naar Palau en brengen we de kerstdagen door op een liveaboard met 16 vreemden, waarschijnlijk zonder internet of bereik voor mobiele telefonie.
Hoe opgewonden ik ook ben om in deze verre wateren te duiken, ik vraag me af waarom ik uitgerekend voor de kerstperiode heb gekozen. Het helpt om eraan te denken dat dit Stephen’s eerste vakantie is zonder zijn moeder, die in november onverwachts overleed. Misschien is het voor ons beter om ergens anders te zijn, om bezig te blijven, om afgeleid te worden door activiteiten. Misschien helpt het ons bij het verwerken van het verlies.

Een wervelende toer over land
Als we in Palau aankomen, krijgen onze paspoorten een stempel met de Palau Pledge. Het beslaat een hele pagina en is misschien wel de slimste inreisstempel die ik ooit heb gezien: een hele reeks strofen die bezoekers aanmoedigen om Palau, de mensen, natuur en milieu te beschermen.
Onze hotelshuttle slingert van het vliegveld op Babeldaob door de rustige straten van het historische Koror op Koror Island en vervolgens over de Didall Causeway naar het eiland Ngerkebesang. Het valt me op hoe ongecultiveerd natuurlijk deze eilanden aanvoelen, ondanks het feit dat ze al sinds 2500 voor Christus bewoond zijn.
Vanuit ons chalet in het Palau Carolines Resort is het uitzicht adembenemend – kokospalmen, weelderige heuvels, hibiscusbloemen en de zee. Zelfs overdag zijn krekels en kikkers in koor te horen, terwijl de vogels fluiten zonder te stoppen.
Om Babeldaob te verkennen, huren we een auto. De wegen zijn rustig, de maximumsnelheid laag en we vertrouwen op mijn uitklapbare Franko Maps-gids voor zowel de route als de geschiedenis. Deze leidt ons naar de watervallen van Ngatpang Tabecheding en Ngardmau. Hoewel ze allebei prachtig zijn, grappen we dat Ngardmau een waarschuwing met een zwarte diamant zou moeten krijgen. Het is een steile wandeling waarbij je veel water nodig hebt – en een verfrissende duik in de vijver beneden.
We hebben een hele dag nodig om rond Babeldaob te rijden. Naast onze twee modderige watervalwandelingen stoppen we om ijzerruïnes uit de Tweede Wereldoorlog te fotograferen en bezoeken we de steenmonolieten van Badrulchau, waarbij we onze ogen dichtknijpen om te zien welke rotsen gezichten hebben die erin zijn uitgehouwen.
De dag voordat we aan boord van de boot gaan, bezoeken we het Belau National Museum. Het is fascinerend en Stephen en ik spenderen een paar uur aan het bestuderen van de koloniale geschiedenis van Palau, de cultuur en recente archeologische ontdekkingen op Babeldaob.
Buiten steelt een gereconstrueerde bai – een traditioneel dorpshuis – de show. Felgeel geschilderd en versierd met haaien, vissen, kano-figuren en andere symbolen, onderstreept het hoe diep deze cultuur verbonden is met de zee. Binnen walmt wierook en ik kijk toe hoe Stephen elk woord op de plaquette leest, volledig in beslag genomen.

Meer dan duiken
De liveaboard is versierd met glinsterende goudkleurige slingers, kerstballen en een kleine kerstboom bij de bar, maar de echte showstopper is het eten van chef-kok Ramil. Op de eerste dag bakt hij turon – Filippijnse bananenbroodjes die zoet, knapperig en onweerstaanbaar zijn. Ik smeek hem er meer te maken voordat de reis ten einde is.
We slapen en dineren op de liveaboard maar duiken vanaf een kleinere skiff. Kapitein Ike leidt het moederschip, terwijl Jake, onze skiffkapitein, aan het roer op muziek deint en behendig door de smalle bogen en rotspartijen van de Rock Islands navigeert. Het is moeilijk om te beslissen wat te filmen – het dramatisch vormgegeven landschap of Jake’s swingende discomoves.
Op eerste kerstdag geeft Ike ons allemaal een cadeautje. Het is een doos Palauaanse chocolade die smaakt naar het moutachtige Milodrankje uit mijn kindertijd. Stephen eet het meeste op, terwijl ik – nooit een zoetekauw – me liever weer bij bewustzijn laat brengen door de krullende dampen van de koffie.
Vanochtend hebben we twee opties. We kunnen duiken, of we kunnen een tour doen naar het eiland Peleliu, de plek van een belangrijke slag uit de Tweede Wereldoorlog tussen Amerikaanse en Japanse troepen. We kiezen voor de tour en Jake brengt ons naar het eiland. We bezoeken een vliegveld, overwoekerde tanks, kanonnen hoog in de heuvels en een paar gebombardeerde gebouwen, allemaal door de natuur op een spookachtige en toch vreemd mooie manier teruggewonnen.
Tot slot wagen we ons in de grotten van Peleliu. Stephen is zo groot dat hij als eerste zijn hoofd stoot op het dak en dus als eerste ontdekt wat volgens medepassagier Jonas staartloze zweepschorpioenen zijn. Gelukkig steken ze niet. Ik kom opgelucht de grot uit na het vinden van een menselijk bot te midden van een voorraad gebroken sake-flessen en half gesmolten granaathulzen.
Buiten de grot biedt een klein hotel internet en iedereen checkt in bij familie. Stephen belt zijn vader. Ik stuur via WhatsApp berichten. Mijn ouders en zussen zijn blij om van me te horen.
Terug aan boord genieten we van Ramil’s sushi-lunch voor we ons klaarmaken voor onze eerste duik in Orange Beach Coral Garden, een duikplek vol relikwieën uit de Tweede Wereldoorlog: oude colaflesjes, hopen kogels, artilleriegranaten en de overblijfselen van een M18 Hellcat tank, zo overwoekerd door koralen en algen dat het net zo goed een rif kan zijn. Een reusachtige mossel zo groot als een oorlogskist houdt me net zo gevangen, zijn goudbruine mantel golft als deining aan het oppervlak.

Magische herinneringen
Van alle duikstekken waar we duiken, springen er twee uit: Ulong Channel en Sandy Paradise.
Ulong Channel begint als een duik langs een rifwand. We haken ons vast aan rotsen en zien sigaarvormige haaien voorbij glijden. Eén rifhaai heeft een stuk vislood uit zijn bek hangen. Hij zwemt dichterbij dan de rest. Ik vermoed dat hij hulp wil, maar omdat ik niet weet hoe ik die veilig kan bieden, doe ik het enige wat ik kan – ik maak een foto. Met pijn in mijn hart voor het dier.
Na 20 minuten maken we ons los en drijven we als groep door het kanaal. Jonas en zijn maatje Heath lopen achter ons aan, met vertraging omdat Jonas een school barracuda’s aan het filmen is. De barracuda’s zien eruit als modellen die poseren voor een fotoshoot. Gedempt zonlicht glinstert over hun zilveren schubben en ze hangen roerloos terwijl hij opnames maakt.
Als de gidsen ons waarschuwen om nestelende trekkervissen te vermijden, heb ik het gevoel dat ik een veld vol landmijnen doorkruis. Hun ronde zandnesten, gemarkeerd door kleine ‘hekjes’ van koraal, zijn fel beschermd territorium. Ik ben meer op mijn hoede voor deze vissen ter grootte van een kat dan voor welke haai ook.
We zien ook tientallen camouflagebaarzen over de rifbodem jagen. Ze negeren ons volledig.
Aan het eind van het kanaal slaak ik een gil door mijn ademautomaat. Stephen draait zich gealarmeerd om en ik gebaar vooruit naar waar laag na laag slakoraal oprijst als een verzonken citadel, uitgestrekt en spiraalvormig, omzoomd met cappuccinokleurig schuim. Brasem en kardinaalvissen zweven boven de bloemen, wuivend als vlaggen boven een stad. Ik breng Stephen in positie voor een foto, maar geen enkele foto kan de schaal of het lichtspel vastleggen. Het is de grootste koraalkolonie die ik ooit heb gezien.
Bij Sandy Paradise weet ik dat ons iets te wachten staat. Het is nieuwe maan, precies wanneer de papegaaivissen kuit schieten. Dit is een spektakel waar mensen voor op reis gaan.
En inderdaad, net voorbij het rif zweven honderden bultkoppapegaaivissen 15 meter onder het oppervlak. Op deze manier zijn hun nakomelingen buiten bereik van roofdieren op het rif als ze kuit schieten.
Wat volgt is betoverend: een vuurwerk onder water. Als een vrouwtje voldoende onder de indruk is, maakt ze zich los en zoemt naar de oppervlakte. Mannelijke papegaaivissen achtervolgen haar, stijgen op in een waas van beweging, hun gameten volgen als rookslierten. Dan barsten ze uit elkaar en laten in hun kielzog een sterrensprong van melkachtige sporen achter voordat ze zich weer bij de groep voegen. Dit herhaalt zich keer op keer en ieder van ons is gefascineerd.
Ik draai me om om Stephen te zoeken en merk dat hij naar me kijkt. Hij vormt een klein hartje met zijn duim en vingertop. Hij gebruikt dit gebaar niet vaak onder water, maar als hij het doet, weet ik dat het zoveel meer betekent dan “ik hou van je”. Het zegt ook: “Ik ben gelukkig. Ik ben aanwezig. Dit is speciaal.”
Mijn ogen worden even wazig als ik het teruglees. We zullen misschien niet snel weer een familie kerst overslaan, maar op dit moment zijn we een paar eigen tradities aan het creëren.

Wat je moet weten als je gaat duiken in Palau
Exploitant: Palau Aggressor II
Watertemperatuur: De gemiddelde watertemperatuur is het hele jaar door ongeveer 28°C.
Wat mee te nemen: Een rashguard/lycra shirt of 3 mm wetsuit is ideaal. Overweeg om een marine rescue GPS mee te nemen voor de veiligheid in de soms sterke stromingen. Ik gebruik een Nautilus LifeLine. Rifhaken zijn aanwezig.
Wanneer te gaan: Palau biedt het hele jaar door spectaculaire duikmogelijkheden, met seizoensgebonden hoogtepunten. Van december tot maart kun je tijdens het paringsseizoen van de manta’s 20 tot 30 manta’s tegelijk zien. Februari en maart zijn ideaal voor het spotten van grote scholen maskerwimpelvissen, eenhoornvissen en vlindervissen. Het hele jaar door kun je massale aasballen van horsmakrelen zien bij Ulong Channel, German Channel en Blue Corner.
Kosten: Reizen aan boord van Palau Aggressor II beginnen bij ongeveer USD 3.735 per persoon voor een reis van zeven nachten, inclusief accommodatie, maaltijden, duiken en luchthaventransfers. Nitrox is beschikbaar tegen een extra vergoeding.
Luchthaven: Internationale luchthaven Roman Tmetuchl (ROR)
Fooien: Fooien zijn niet inbegrepen in de reissom. Een fooi van 10 tot 15 procent van de reissom is gebruikelijk en kan contant worden gegeven of in rekening worden gebracht op een creditcard aan het einde van de reis.
Opmerking: Dit bericht is aangevulde inhoud door Aggressor Adventures. Neem voor meer informatie contact op met de PADI Media Group op [email protected].